Samenscholing Eenzaamheid
+ Samenscholing nl.support.eenzaamheid Amsterdam, zaterdag 7 mei 2005 + Uit het charter van nl.support.eenzaamheid: "Eenzame mensen kunnen in deze groep (elkaar) berichten sturen met het doel zich minder eenzaam te voelen. Ongetwijfeld zal hierdoor niet alle eenzaamheid verdwijnen, maar om een einde te maken aan de eenzaamheid zouden zij elkaar misschien in het echt kunnen ontmoeten. Deze groep is ook bedoeld om adviezen en aanmoedigingen te geven aan mensen die zich eenzaam voelen." + Jaren geleden kwam ik in contact via internet met Annabel. Ze is een transsexueel die niet helemaal geslaagd is overgebakken -ik bedoel het is geen Kelly- maar ze is verschrikkelijk lief en aardig. Maar veel contacten had ze niet en via nl.support.eenzaamheid hebben we uitgebreid met elkaar gecorrespondeerd. Later heb ik haar ook een paar maal ontmoet IRL. In ieder geval, Annabel onderhoudt al een paar jaar contact met een groepje mensen van nl.support.eenzaamheid, maar de mensen hadden elkaar nog nooit ontmoet. Er was altijd wel wat: te ver, te duur, te bang, te eenzaam. Maar Annabel wilde ze graag een keer ontmoeten, vooral omdat er ook een andere trans bijzit. En ze zijn allebei lesbisch. En om een lang verhaal kort te maken. Vorige maand was het haar eindelijk gelukt om het groepje van negen een keer in het echt te ontmoeten. De samenscholing was afgesproken op zaterdag 7 mei. Gisteren. Op mijn aanraden heeft ze voor Amsterdam gekozen als samenscholingsplaats en met als hoofduitjes een bezoek aan Artis en 's avonds dansen in hotel Arena, bij het Oosterpark. Ik vond het allemaal prima en ik had spontaan aangeboden om dan wel een rondleiding door Artis te geven. Alles goed en wel, maar wat blijkt: stort Annabel vorige week helemaal in en kan ze de kar niet meer trekken. Maar ze wil dat de samenscholing doorgaat en ze heeft me gevraagd -gesmeekt- of ik het niet op me wilde nemen... Zucht... Ok... Ik heb de mensen van het groepje gemaild en me voorgesteld als de nieuwe reisleider. Iedereen stemde er mee in en aldus zouden we zaterdagmorgen om tien uur afspreken in grand-café de Waag op de Nieuwmarkt. +++ Om half tien was ik bij de Waag. Maar blijkt dat de Waag pas om elf uur open gaat. Dat wordt voor de deur verzamelen en uitwijken naar een andere koffieplek. Het is bewolkt en er worden lichte buitjes verwacht. Ik had me goed voorbereid en had van alles bij me: mobieltje, fototoestel, paracetamol, wat valium en Sint-Janskruid en voor noodgevallen het nummer van de Amsterdamse crisisdienst. Ja, je weet maar nooit... En wie zouden er komen? De vrouwen: - Willie (mild-depressief) - Joke (ook een trans) - Irma (in een rolstoel vanwege kinderverlamming) - Inge (zwaar-depressief) - Wilma (last van gekte) De mannen: - Harm (stottert erg en is HIV-besmet) - Kasper (obesitas en licht autistisch) - Gijs (heeft geen haargroei en soms manisch) En ik zelf. En hoe ik ben? Wie mij al kent weet genoeg, en wie mij nog niet kent, die leert mij hier nog wel kennen. Er zijn natuurlijk een hoop verschillen tussen een ieder, maar er waren ook wat overeenkomsten: we hebben allemaal een uitkering of zitten in de WAO, we zijn allemaal rokers en zijn eenzaam. En niemand heeft een relatie of kinderen. Alleen ik heb twee jonge kinderen. Maar daar word je ook niet direct automatisch twee- of meerzaam van... En iedereen is tussen de dertig en vijftig jaar. - Kom je ook voor de samenscholing, vraag ik als ik een droeve man naar de deur van de Waag zie lopen. - Jejejejejejjaa Ja. Buhbuhbehbeh jijj Dir DirkJan? Dat was Harm. Hij was er als eerste. En rond tien voor half elf was iedereen er. Ook Irma in haar rolstoel werd door een taxibusje voorgereden... - Welkom allemaal; de Waag is helaas dicht en we zullen ergens anders op de Nieuwmarkt koffie moeten drinken. Kunnen we allemaal kennis maken met elkaar. - Koffie? Zegt Gijs verbaasd. - Zullen we niet een lekker welkomstdrankje van mij nemen? Ik heb speciaal negen glazen, een paar pakken jus en een grote fles Wodka- Brenojowitz bij me. Kunnen we af en toe een slokje nemen. Ik moet nu al wat drinken hoor. En daar stond ik dan met het groepje. Ik wilde gelijk een welkomstfoto maken, maar daar maakten de meesten bezwaar tegen. Allemaal fotoschuw. Maar ze hadden allemaal trek in een opkikkertje van Gijs. En dus zijn we naar een bankje gegaan en hebben we een wodka-jus genomen om even over half elf. Goeiemorgen. We proostten op de dag en op de afwezige Annabel. En iedereen maakte nu echt kennis met elkaar. Het ging wat stroef en er vielen wel wat stiltes, maar die vulde ik moeiteloos op met wat anekdotes over de Waag als voormalig internetcentrum. Opvallend was de stem van Joke, de trans. Die leek op die van Sylvester Stallone, terwijl ze uiterlijk gelijkenis had met een broer of zuster van Wally Tax... En Inge en Kasper waren kogelrond. Ze hebben het samen de hele dag vooral over het eten van fastfood en kipsaté gehad... En Joke trekt al meteen naar Wilma. Tja, hoe was de sfeer. Hoe moet ik de situatie omschrijven zonder iemand enig onrecht te doen. Als ik de virtuele groepsfoto had kunnen laten zien, dan was het vanzelf duidelijk geworden. Het was een klein kabinet van eenzamiteiten. Laat ik het daar maar op houden. - Kom op mensen, we gaan lopen. Een wandeling door de stad en dan naar Artis. En om de beurt duwen we Irma. Willie begin jij maar. En blijf vooral met elkaar in gesprek vandaag, want wie weet hoelang het duurt voor je elkaar -of iemand anders- weer ontmoet. En Gijs, rustig aan met de wodka-jus. De dag is nog lang. + En zo sjokten we richting Artis via de Prins Hendrikkade. - Zullen we even het dak van Nemo beklimmen? Voor de liefhebbers een prachtig uitzicht. Alleen Irma kan niet mee, dat is ondoenlijk. Inge en Kasper, de zwaarlijvigen, haakten gelijk af en Gijs dronk liever nog een tweede wodkaatje-jus om de stress te bedwingen. En hij vroeg al of ik een goede coffeeshop kende. Ik heb nix geantwoord en gevraagd, want in dit gezelschap wordt er ook niet nog eens geblowd. Geen sprake van. + Ze lezen nooit een boek of kranten, gaan nooit naar de film of het theater, laat staan naar een ballet. Ook in cafés komen ze nooit. Af en toe snel in en uit een snackbar en vooral veel teluhvisie kijken vanonder de dekens. + Alleen Willie, Joke en Harm willen mee naar boven en Gijs schenkt de overblijvers ook nog eens bij. Er worden sjekkies voor elkaar gedraaid. Het lijkt gezellig te worden. Staan we bovenop het schip Nemo en zegt Joke: - Als het aan mij ligt, kan ik zo naar beneden springen. Oh God, denk ik. - Nee, schrik maar niet, ik spring echt niet hoor. Maar ik wilde even laten weten dat het zou kunnen. Jullie kunnen ook springen. Het leek me beter om snel naar beneden te gaan en verder deze dag geen hoge punten meer op te zoeken. En Irma is eigenlijk bloedmooi. Maar hoe zou je sex met zo iemand hebben? Kan dat überhaupt nog wel? We lopen de trap van Nemo af en beneden staan de achterblijvers met elkaar in gesprek. Ze hebben hun glaasjes nog in de hand en Kasper deelt uit zijn rugzak kitkats uit. We slaan de Plantagebuurt in en gaan naar Artis. + De oude, klassieke papegaaienlaan is verdwenen. De soms stokoude ara's zijn verbannen naar de volière en staan niet meer, als klassieke opening, aan weerszijde van de oplooplaan. We gaan ook niet rechtdoor, maar slaan direct rechtsaf naar de kinderboerderij. Ik duw nu Irma, en ik wil wel met haar in gesprek komen. Waarom is zij zo eenzaam eigenlijk? En ik ben gewoon vrijgezel. Ik heb wel kinderen, maar so what. Tja, we staan dus op die kinderboerderij. We kijken naar de geitjes, ganzen, een kalfje, een paar kalkoenen en de kippetjes, en begint Wilma daar ineens luid te kraaien en doet een kip na. Ze giechelt er op los en doet de chicken-walk en ze gaat maar door. Waar is m'n fototoestel? Nee, geen foto's vandaag en grijp in. - Ok jongens we gaan pauzeren, vooral voor Inge en Kasper was het een lange tocht. We gaan naar het Flamingoterras voor een lunch. En dan daarna gaan we echt de tuin in. Annabel had me van de week nog gewaarschuwd: rond de lunch moeten de meesten hun medicijnen innemen en let dan vooral op Harm dat ie zijn cocktail inneemt. Gijs nam tijdens de lunch z'n eigen cocktail van jus-wodka, om het wat rustiger aan te doen. Hij drong nu ook aan om straks naar een coffeeshop te gaan om een blowtje te roken. Ik ging er niet op in. We gingen poffertjes eten. En ik heette iedereen nogmaals welkom. Iedereen nam zijn medicijnen en ik zei dat er tijdens de lunch vooral geroddeld moest worden over bepaalde personen die ze van usenet kenden: izak margriet yskonijn wil m marianne txt erik pien felipe moniiq a3 ace jaap lodewijk 1 en 2 marleen serge nina karin kees (als je begrijpt wie ik beDoel) truus francisco robp faye michael ana wil z ... En ik ging nog even door, en de verhalen en digitale anekdotes, vlogen over tafel. Gijs liet een fles witte wijn komen. Glazen hoefden niet. Een fles met een kurketrekker was voldoende. En toen vroeg Irma even aandacht en vroeg of we voor de maaltijd en de heerlijke poffertjes de Heer wilden danken. De Heer die in de gedaante van de Here Jezus was teruggekomen op aarde en die... Ik schrok. Nu wist ik waarom Irma er was. En waarom haar uiterlijk en haar geestesgesteldheid zo verschilden. Iedereen had zijn poffertjes al op, maar de aangerukte fles wijn bleef nog dicht. Voor straks dan. Irma ging maar door en barstte in huilen uit. Ik reed haar van het terras af en bij de pelikanen hield ik pas weer halt. - Wat is er Irma, waarom geloof je in de Heer, in een sprookje, in een waanvoorstelling? We zijn hier in de echte wereld. In de natuur, en wij zijn de cultuur in de natuur en daar komt na de oerknal geen God en zeker niet een profetische zoon bij kijken... Irma asjeblieft... Ik word kwaad en verliefd tegelijk. Ik rij haar terug en beveel haar dat ze het onderwerp geloof deze dag verder niet meer ter sprake zou brengen. Ze beloofde het. Dat was een maatregel voor ieders bestwil. We komen terug bij de groep en ik stel voor om de rondleiding door Artis te laten beginnen. Zo betreden we de echte tuin en gaan eerst naar de Zuid-Amerikaanse pampa met lama's en de reuzemiereneter. We lopen langs andere verblijven en hokken en gaan nu naar de galerij van de katachtigen. Ik vertel wat over de dieren en de geschiedenis van Artis. Iedereen heeft het naar zijn zin. We gaan verder langs de olifanten en giraffes en bezoeken de Afrikaanse savanne. Dan moeten we opschieten, want om half vier worden de pinguïns gevoerd en aansluitend om kwart voor vier de zeehonden. Ik vertel ook dat ik Theo van Gogh de laatste jaren vaak in Artis heb gezien met zijn zoon. Er wordt gediscussieerd en gepraat over Theo van Gogh en over de moord. Het voederen van de pinguïns vindt iedereen prachtig om te zien en onder het kijken naar de capriolen van de zeehonden wordt de fles witte wijn in één keer over negen glazen leeggeschonken. Het loopt tegen half vijf en iedereen is moe van de lange wandeltocht. Na een laatste bezoek aan het apenhuis besluiten we om de dierentuin weer uit te gaan. + Na Artis gaan we vlakbij naar café Eik en Linde. Het blijft gezellig en iedereen praat over zijn problemen, zijn ups en downs. We komen weer over Theo van Gogh te praten en Joke vraagt of we niet naar de plek toe kunnen waar Theo van Gogh is vermoord, dat moet toch dichtbij zijn. Ze wordt door iedereen bijgevallen en ik ga accoord, mits we dan wel snel zouden gaan, want we gaan ook nog eten bij de Griek in de Sarphatistraat. We rekenen wat bier, wijn en bitterballen af en lopen naar de Linneusstraat. Ongeveer pal tegenover het stadsdeelkantoor is Theo van Gogh vermoord, maar ik weet niet meer precies waar. Maar er is een shoarma-snackbar open en ik stel voor om het binnen even te vragen. Een Turks meisje achter de counter weet het precies en loopt mee naar buiten om de exacte plek aan te wijzen. Gijs vraagt onderwijl aan passerende toeristen, "Do You know where there is a coffeeshop around here?". We staan op de exacte plaats van de aanslag en iedereen is even stil. Inge zegt: - Jongens, we moeten toch niet weer een eind lopen voor die Griek. Kunnen we niet gewoon een lekkere shoarma-schotel eten. Hier bij De Sfinx... Ze wordt door bijna iedereen bijgevallen, maar ik wil naar de Griek en niet naar die goedkope en ongezellige snackbar. Maar ik moet zwichten en we gaan met z'n allen de Sfinx binnen. Gijs vraagt aan het meisje of ze een coffeeshop in de buurt weet. En het meisje antwoordt dat pal aan de overkant coffeeshop Los Angeles zit... Gijs bestelt niets en zegt dat hij even naar de overkant gaat en zo terug is. Tegenhouden heeft geen zin. We bestellen allemaal onze snacks. De meesten nemen een shoarma-schotel met patat en Inge en Kasper nemen er ieder nog 2 broodjes kipsaté bij. Er wordt bier uit blikjes bij gedronken. Kasper neemt ook nog een broodje "Theo van Gogh", een broodje bal met mayonaise en pindasaus. Het is half zes en we zijn uitgegeten en Gijs is nog niet terug. - Jongens wat zullen we zo doen? Even een uurtje uitbuiken in het Oosterpark en dan naar hotel-café Arena en dan naar de disco. Iedereen gaat accoord en daar komt Gijs binnenlopen. Hij is opgewonden en hij heeft een pot met witte verf en een kwast bij zich. - Ik heb een briljant idee, zegt hij. - We gaan een geweldige daad stellen, weet je wel. We gaan ome Theo eens herdenken. Niemand die wat doet en wij gaan dat wel doen. Kasper lijkt het meest op Theo. Kom allemaal mee naar buiten. Ik heb die pot verf en die kwast nog net op tijd bij de Hema kunnen kopen. We staan weer buiten op de moordplek. Gijs maakt de pot met verf open en maant Kasper om op de grond te gaan liggen en zijn benen en armen te spreiden. - Wij gaan deze plek, deze fantastische dag markeren. We moeten blijven herinneren. Wie het verleden vergeet heeft geen toekomst, weet je wel. En ik ga nu die daad stellen. Kasper gaat liggen en dan verf ik zijn omtrek op de stoep. - Nee Gijs, dan kun je niet doen. Er is hier vlakbij een politiebureau, straks pakken ze ons op. Ik vind het een slecht plan. Laten we anders een bloemetje plukken en hier neerleggen. Maar Kasper en de rest vinden het juist een uitstekend plan. En Kasper gaat liggen. - Als er politie komt, dan zeg ik gewoon dat het kunst is. Kom op, snel, zei Gijs. Kasper legt z'n logge lichaam op de straat en Gijs schildert zijn omtrek in een dikke witte streep. Kasper staat op en het ziet er bizar, maar toch ook wel als een statement uit. Er beginnen wat mensen bij ons stil te staan en ik stel voor dat we snel naar het Oosterpark gaan, voordat we ontdekt worden. We gaan weg en lopen de vluchtroute van Mohammed Bouyeri. Het begint te motregenen. In het Oosterpark houden we weer halt bij de grote, stenen muziektent en ik stel voor om hier voorlopig te blijven. We zijn nu ook vlakbij de Arena. We drinken de laatste restjes van de wodka. Joke begint nu openlijk met Wilma te flirten. Iedereen neemt weer zijn medicijnen en Harm -die broodmager is- weer een cocktail van pillen. Maar het is gezellig. Wel knus met die regen. Om acht uur gaan we naar het café van de Arena en nestelen ons gezellig in een hoekje. We blijven praten en lachen. Hoezo eenzaam? We zijn met z'n allen en maken plezier. Het is elf uur en de disco gaat open. Ik rij Irma naar de ingang en iedereen betaalt de entree en we gaan naar binnen. - En nu niet meer praten, maar dansen, zeg ik. En we dansen en dansen en dansen. Irma in haar rolstoel doet ook gewoon mee. Op de dansvloer zijn we een vreemd groepje, maar we trekken ons nergens wat van aan. Maar de tijd kruipt verder, onherroepelijk naar het einde van de samenscholing. We zouden de sessie om twee uur afblazen en kan iedereen weer naar het station lopen en met de nachttrein naar zijn eigen huis en woonplaats. En voor Irma zou er om kwart over twee een speciale taxi voor komen rijden om haar op te halen. We nemen afscheid van elkaar en vinden allemaal dat het een geslaagde ontmoeting was. Iedereen kust elkaar vaarwel en alleen Irma en ik blijven voor de Arena alleen achter. De taxi staat er niet. Ook niet om half drie. Wat nu? Bellen heeft geen zin, want Irma heeft geen nummer bij haar. Er zit niets anders op dat Irma bij mij blijft slapen, ik woon vlakbij. - Blijf dan bij mij slapen. Ik weet anders ook niet hoe je thuis moet komen. Irma wil nog een kwartier wachten, maar als er dan nog geen taxi is, stemt ze in om mee te gaan. - Maar ik moet morgen wel vroeg op en naar huis. Ik moet om twaalf uur in de kerk zitten. We gaan naar mijn huis, en draag haar de trap op. We drinken nog een kopje thee en dan moeten we om half vier toch echt gaan slapen. Ik zet de wekker op negen uur. Dan kan ik een speciale taxi bellen en kan Irma naar huis. Irma gaat in mijn bed slapen en ik op de bank. Maar ik moet haar helpen met uitkleden. Ik geef haar een pyjama van me. Ik ontdoe haar subtiel van haar laatste restjes kleding en zie nu hoe mooi ze ook verder is. Maar ik kan geen misbruik maken van de situatie. Irma is verlegen, maar ze moet geholpen worden. Ook met het aandoen van de pyjama. We zwijgen. Ik til haar op, draag haar naar de slaapkamer en leg haar in bed. - Weltrusten. - Weltrusten. Ik doe de lichten uit en ga op de bank liggen. Ineens hoor ik een zachte stem mijn naam roepen. Ik ga naar de slaapkamer en vraag aan Irma wat er is. - Ik ben bang zo alleen in het donker, in een vreemd huis. Kom je asjeblieft bij me liggen. Dan zijn we allebei niet zo eenzaam. + Vanmorgen ging de wekker om negen uur. We hebben ontbeten en niet veel gesproken. Ik heb een speciale taxi gebeld en die komt haar om tien uur ophalen. De taxi komt en Irma en ik nemen afscheid. Het einde van de samenscholing, het einde van een lange dag en nacht. Ik wil eigenlijk weer terug naar bed, maar ik zet een pot koffie en ga mijn verslag schrijven. Mijn verslag van Samenscholing Eenzaamheid. + Moby Dirk Freestyler 2005