E L L E

Come on baby, light my fire ... Come on baby, light my fire ... You know that it would be untrue You know that I would be a liar - Wat er nu precies gebeurd is afgelopen weekend kan ik in zijn geheel niet duiden. Het was en blijft allemaal hoogst raadselachtig. Laat ik daarom maar eerst eens vertellen hoe ik met Elle in contact ben gekomen. Elle ben ik voor 't eerst tegengekomen op het net via de nieuws- en discussiegroepen. Puur door toeval. Een paar weken geleden had ik een paar testpostjes gemeeld naar nl.test omdat -zoals gewoonlijk- de newsserver van provider weer eens malfunctioneerde. Er stonden van mij een paar testpostjes in -nix bijzonders- maar opeens vond ik een meeltje in m'n brievenbusje als reactie op zo'n testposting. En dat berichtje was dus afkomstig van ene elle@provider.nl en er stond slechts een zinnetje in: Ik snap er niks van. Niet ondertekend, niets. Ik meelde haar terug met de vraag 'Waar snap je niets van?'. De verwarring werd alleen maar groter en uiteindelijk kwam het er op neer dat ze per ongeluk een goed 'onbedoelde' testposting naar mijn meeladres had gereplaaid, op het testmeeltje van mij dus. Nou ja, ik snapte het wel, maar Elle eigenlijk niet en wat ze vooral niet snapte was 'dat hele gedoe met die nieuwsgroepen'. En zo raakte ik -drie weken geleden- met haar aan de praat en zo probeerde ik haar per meel een en ander uit te leggen over het hoe en waarom van Usenet, de verzamelnaam voor nieuwsgroepen. Ze leek niet echt geinteresseerd in de wetten van de jungle van Usenet zodat onze toevallige meelcorrespondentie al snel leek te verwateren. Maar begin vorige week ontving ik plots een meeltje van haar met de verrassende mededeling: Zullen we iets gaan doen van 't weekend? Pardon. Ik schrok me een hoge hoed van jewelste: alleen de intieme toon al: Zullen - we - iets - gaan - doen. 'Nou ja, gra..aag', stotterde het in m'n hoofd. 'Van 't weekend? waarom niet al vanavond lieve Elle, wip gewoon even langs. We wonen per slot niet eens zo ver van elkaar vandaan.' Ik ging maar ff koud douchen om de hersenen wat te laten afspinselen om zo te bedenken met wat voor eerbaar voorstel ik voor de dag zou komen. Ik zou haar mee uit kunnen vragen naar de bioscoop, we zouden ergens in een cafe kunnen afspreken of ik zou haar mee kunnen nemen naar de nabij gelegen dierentuin. Of gewoon thuis uitnodigen. Wat is wijsheid. En ja, de hele situatie kwam natuurlijk wel neer op een 'blind date'. Ja toch? Een 'blind date'? Wat is dat, hoe doe je dat? Misschien is ze wel lesbisch -en wat dan nog- of misschien is ze wel weet ik veel wat, en hoe moet ik me dit alles in godsnaam voorstellen?: Hallo, ik ben Fox, aangenaam kennis met je te maken. Trek je jas uit... Oh, dat is je bloes, sorry neem me niet kwalijk, ga zitten en wat wil je drinken? Wijn, port, een glaasje bie... Spa? Goh dat heb ik nou net niet in huis, wel koud of warm vegetarisch kraanwater -pas op voor die schemerlamp! Geeft nix 't was toch maar een ouwe rotlamp uit 1880. Wat ga je nu al weg, maar je bent er net en we zijn nog niet eens naar de dierentuin geweest! Hoezo lelijke kale puistenkop, je hebt me niet eens bloot gezien! Wat? Nee, ik zei 'dan heb je me nog niet eens op de *boot* gezien...' O, zo... en vertel jij mij dan maar eens hoe je aan die onwaarschijnlijke grote puntneus komt,... rare, rare... tapir! - AU! - BAM! - KLOINK! - BOEM! - Maar zo bedoelde ik 't niet Elle. Elle, doe niet zo kinderachtig. En ik heb voor straks nog hele lekkere lasagne in de oven staan! Elle... en we zouden nog naar de dierentuin gaan en ze hebben daar een hele leuke kinderboerderij en dan mag je de varkens aaien... en er is daar gisteren een schattige tapir geboren...! Ik schrok me nu een slappe puntmuts en terwijl ik nog honderden liters water over mij heen liet motregenen schoten er 1000 en 1 andere gedachten en mogelijke scenario's door mijn geest en lichaam. Maar ik had wel voor hetere vuren gestaan. Een 'blind date' dus. Zo lagen de kaarten nu, en ik mocht het hoe, het waar en het wanneer bepalen. En zoals het een echte jager betaamt koos ik voor een ontmoeting op eigen terrein. Ik meelde Elle 's avonds terug dat ik haar van harte uitnodigde om zaterdagavond bij mij 'een hapje' te komen eten en dat we daarna dan wat spelletjes konden spelen, op de computer wel te verstaan. Want -zo had ze eerder uitvoerig geschreven- ze hield erg van 'doe- en denkspelletjes' en ik had nogal wat leuke doe- en denkspelletjes op m'n pc staan. Ik stuurde haar een vriendelijke uitnodiging en wachtte toch in spanning op een antwoord van haar. Mijn voorstel was toch een beetje 'God zegene de greep' en de greep werd aanvankelijk allerminst gezegend. Gigablunder, falikante afgang. Het meeltje van Elle met: Wat zullen we dit weekend gaan doen - was eigenlijk niet voor mij bedoeld, maar voor haar moeder! Het schaamrood trok m'n hoofd uit en zweefde gedurende een aantal minuten als een kolossale aurabol boven m'n pc en dijdde uit tot het een doorsnee had van zo'n anderhalf maal de lengte van de Melkweg. Ja, m'n moeder! M'n zuster zal je bedoelen, op een houtvlot! Maar ze maakte het goed -de sukkel die ik ben- en m'n aura schrompelde zuchtend weer ineen -ja, wat moet je anders- en verschoot weer van brandweerrood naar azuurblauw met daarin een pixeltje olijfgroen. Ze had er wel sterk over moeten nadenken -drie dagen!- maar ze ging toch 'welwillend' op mijn uitnodiging in. Ze had immers zelf weer eens een stom toevallig foutje gemaakt en ze vond het wel 'sneu' om me te laten zitten. Spelletjes in je eentje doen, zo schreef Elle bemoedigend, blijven toch altijd maar spelletjes in je eentje. Ja, ik weet er alles van, filosofeerde ik er berustend overheen, en het takes two to tango. Zaterdagavond zou ze komen: 1900 uur, lokale sterretijd. * Ik zit klaar en ik voel een soort gespannen diepe moeheid over me heenkomen. Ik rek me wat krampachtig uit, net zoals ik dat wel eens doe wanneer ik een paar uur achter de pc heb gezeten, maar ik heb helemaal geen kramp of last van stijve spieren. Ik heb last van stijve zenuwen. Nog 4 minuten en dan kan de bel gaan. Net nog even in m'n meelboksje gekeken en gelukkig geen 'cancel-date-mail' van Elle aangetroffen. Ik schenk me zelf in de keuken nog maar wat in, een limonadeglaasje met bier. Alles is klaar en ik ben op alles voorbereid. Nou ja, op alles? Om de sch(r)ikgodinnen absoluut niet door overmoedige hoogmoed in wraakzuchtige toorn te laten ontsteken, heb ik weloverwogen afgezien om ook maar enige vorm van zondagochtend-ontbijtsel-voor-twee-personen in huis te halen. Niets. Wanneer ik morgenochtend alleen wakker word dan rest mij hooguit wat kouwe restjes van de 'nite-before', want het zou toch wel heel sneu zijn wanneer ik dan kwasi gezellig op zondagochtend, in m'n eentje 6 ovencroissants sta af te bakken in de keuken. Dat afbakken gaat dan nog wel, maar om ze dan ook allemaal alleen op te eten, daar zie ik dan toch erg tegen op. Nee, je moet de goden niet verzoeken. Juist omdat ik nix heb gekocht, juist omdat ik nergens op reken, juist daardoor word ik misschien beloond met een 'reveille a deux'. Ieder mens heeft -zo blijkt maar weer- aanleg om ooit te willen sneven in een oorlog of om toe te treden tot een sekte. Liefde en lust maken niet alleen blind maar ook doof voor het geluid van de werkelijkheid: Ding - Dong Daar ging de bel en er mankeerde gelukkig nix aan m'n oren. Nu sla ik -vooral uit privacyredenen- een en ander maar over, en laat ik -voor ik verder ga- eerst even beeldend samenvatten hoe Elle eruit zag: Elle was betoverd met een onwaarschijnlijke, hemelse schoonheid; ze was een zeldzaam adembenemende verschijning zoals je die slechts bij toeval -hooguit een of twee keer in je leven- in het echt tegenkomt en -als je al het geluk van de wereld hebt- van dichtbij mag bewonderen om zo een glimp op te kunnen vangen van de verborgen kracht en pracht van de natuur, waarvan ik het voordien voor onmogelijk hield dat zij ooit zo'n zinderende lelie met bladgoud bedekt, voor mij zou laten ontluiken... Wat zal ik verder van haar roemen en noemen? Heur Alice-in-Wonderland-lange- kaarsrecht-afgeknipte-donkere-haren? Haar Doornroosje-groene-ogen? Haar Assepoezelige-mond? Haar onwaarschijnlijk lange Bambibenen, of haar Vrouw-Holle-grote...? Genoeg, want ik wil toch echt niet andere vrouwen discrimineren. Ik was stupe-fait, en voelde mij met stomheid en als door een scharminkelige hond -die ik zelf was- volledig uit het veld geslagen. Ze was een koningin en ik een bedelaar. Ik stond met lege handen en zij zette een klein zwart koffertje neer onder de kapstok. Toen het even kon ben ik naar de keuken gegaan -de deur goed dicht- want ik moest even op adem komen om al mijn gedachten op orde te zetten en op een rijtje te brengen. Nu begreep ik wel waarom ze mij niet zou vragen 'om van 't weekend iets te gaan doen'. Ik bedoel de kans dat ik zo'n beeldschone jonge vrouw zou treffen is al klein -en dat weet ze natuurlijk- maar de kans dat zij ook nog eens achter een blinde voordeur verrast en vergast wordt door en op een mooie, atletische man, is -vanuit haar perspectief gezien- wel heel klein. Om je te beschermen tegen het toevallige noodlot van een bomexplosie aan boord van een vliegtuig kun je dan ook het beste zelf een bom mee naar binnensmokkelen, aangezien de kans dat er zich *twee* bommen in een vliegtuig bevinden nihil is. En zo voelde ik me ook, als een zojuist door twee bommen uiteengespatte krakkemikkige luchtballon. Maar het werd toch genoegelijk. Ik speelde de rust en kalmte zelve en dus liet ik van alles uit m'n handen vallen, knoeide ik tacosaus over m'n broek en struikelde ik over de poezen Castor en Pollux (leuke namen, zei Elle, dat zijn toch tekenfilmfiguren?). Ze vond 't eten lekker, we babbelden veel, dronken wat en internet was gelukkig heel ver weg. We praatten overal over, behalve over ons zelf en hoewel ik dat toch ietwat vreemd vond, liet ik dat maar zo gaan. Dat was misschien ook maar het beste zo. Gewoon een paar spelletjes patience-a-deux na het dessert (het woord toetje durfde ik niet in m'n mond te nemen) of een potje mah-jongen en wellicht als uitsmijter nog een partijtje Quake als ze daar tenminste tegenkon. En zo hoopte ik oprecht -de lafaard die ik ben- dat ze voor middernacht maar weer op huis zou gaan, zodat ik me verder alleen zou kunnen overgeven aan eenzame, bespiegelingen over m'n eigen minzame innerlijke bestaan en mij virtueel en nederig zou onderwerpen aan haar perfecte schoonheid die mij nu een lafhartige en grote angst inboezemde. En ik kon voelen dat zij voelde dat ik dat zo voelde. Ik was niet bang, maar ik rook naar bang. Om haar nek -zwanehals- hangt een fraaie ketting met groene stenen en waar onderaan een klein rood veertje hangt. Die ketting, antwoordt ze, nadat ik een pijnlijke stilte had doorbroken met de opmerking, Goh, wat een mooie ketting heb je om. Maar die ketting, zei Elle, deze ketting is al heel oud en komt van een ouwe, helaas bijna uitgeroeide indianenstam uit Zuid-Amerika vandaan. De Tonquito's heten die indianen. En dat veertje, dit veertje, is heel bijzonder, want het is het veertje van de Quaramaqueza. Heb je wel eens gehoord van de Quaramaqueza? Ik schud van nee. Dat kan ook haast niet. De Quaramaqueza is een heel zeldzame en betoverde vogel die alleen maar door vrouwen wordt gezien. De Tonquito's geloven namelijk dat wanneer een vrouw de Quaramaqueza ziet, dat ze dan na 3 manen een gezond en mooi kind baart. Goh, interessant, zeg ik en denk er achteraan, 'dan zal je moeder wel veel Quaramaqueza's hebben zien vliegen'. ;-) Wat voor kleur denk je dat de Quaramaqueza heeft, zegt Elle. Ik heb geen flauw idee, antwoord ik in de terechte veronderstelling dat het in ieder geval vast niet 'rood' zou zijn. Ah jawel, doe niet zo flauw, dat kun je best wel raden? Rood dan, zeg ik beslist en wijs naar het veertje. Fout! roept ze triomfantelijk, Fout. Kijk de Quaramaqueza is helemaal wit van kleur, behalve op een klein plekje op z'n borst, daar heeft ie een rood veertje. En wie ooit zo'n veertje vindt, die -zo zeggen de Tonquito's- die heeft het eeuwige leven en zal na zijn dood als een Quaramaqueza eeuwig verder zweven en zwerven langs de hoge bergen van het oerwoud. Een mooi verhaal, zeg ik, maar wat gebeurt er als een man een Quaramaqueza tegenkomt?, om het gesprek onbewust een wat andere kant op te sturen. Ze buigt zich diep voorover naar me en fronst haar wenkbrauwen. Ze fluistert: dat vertel ik je niet. dat geheim zit in 't zwarte koffertje dat ik bij me heb. Ze begint te lachen en ik lach met haar mee. Het is na middernacht en ik heb al een paar maal voorgesteld om een spelletje op de pc te gaan spelen. Ze babbelt er steeds overheen. Ik schenk haar nog een glaasje Chardonnay in. 'Jezus Christus, Maria en de Lieve Heer, wat is Elle mooi.' Ik luister nauwelijks naar haar melodieuze, zachte gesnater en ik probeer een denkbeeldige reis langs de binnenkant van haar zijden blouse te maken. Ik zou wel willen, maar in het echt zou ik niet durven. Ondanks het zonnige lenteweer overdag is 't 's nachts koud, er is zelfs nachtvorst. Ik jaag de kachel aan en Elle gaat ontspannen op de grond op de schapenvacht zitten. Gezellig, zegt ze, zullen we zo nog een spelletje gaan doen? Het was half 1 geworden en het zag er niet naar uit dat ze snel aanstalte zou maken om naar huis te gaan. Wat had je in gedachten, zei ik rozig, iets op de pc of iets anders? Nee, zei ze geheimzinnig, we gaan een heel ander spelletje doen, tenminste als je zin hebt. Natuurlijk had ik zin, ik heb altijd zin. Heb je een dobbelsteen?, vroeg ze en ze stond ineens abrupt op. Ik weet een heel leuk spelletje als je een dobbelsteen hebt. Ik liep gehaast de kamer uit en begon naarstig in een keukenla naar een dobbelsteen te zoeken, want je moet dobbelstenen daar zoeken waar je ze niet verwacht, dus bijvoorbeeld niet in een Monopolydoos, maar in een keukenla. Raak, daar lag er een. Ik gooide de dobbelsteen een eindje de lucht in en ving hem behendig met m'n rechterhand op. Ik ging nog snel naar het toilet en ik voelde hoe graag ik meneer Lafaard door zou willen trekken. 'Gewoon recht voor z'n raap zeggen, of zeggen dat ik haar graag thuis zou willen brengen -weet ik veel- of toch maar nix zeggen, dat is altijd het veiligste, dus het beste.' Ik wierp de dobbelsteen in het fonteintje. 'Wanneer de dobbelsteen op 3 valt, dan onderneem ik een 'move', zo niet, dan is dat pech'. Ook de dobbelsteen liet zich van zijn angsthazerigste kant zien: de 1 viel bij gebrek aan de nul. Ik keek naar m'n belachelijke Tom en Jerry underwear -dat zijn twee Griekse goden-, en ik knoopte mismoedig m'n broek dicht. Dit alles was een droom en een nachtmerrie tegelijk, en O, hoe proefde ik nu al de bittere spijt van de volgende morgen, nee, al van de seconde nadat ze weg zou zijn en ik nix had durven zeggen. - Hoe doen anderen dat, of beter gezegd, hoe ging dat vroeger ook al weer, lang geleden. Dan vroeg je een meisje ten dans, of je kroop steeds dichter-bij-haar op de bank. Je gaf een knipoog of een stille oogwenk, en alles verliep als een natuurlijke en soepele gegymschoende sprong; de aanloop en afsprong naar die eerste kus, naar die eerste aanraking, dat electriceerbare moment van 'zijn' in het 'niet zijn': ik kus, dus ik besta niet - Ik heb het warm, trek m'n trui uit en de wc door. Op de gang schop ik m'n schoenen uit en als een held op sokken loop ik met de dobbelsteen weer de kamer binnen. Hier, hier heb je een dobbelsteen en wat wil je doen? Ik pakte m'n wijnglas op en ging een beetje kwasi ontspannen op een heup staan draaien. Op de achtergrond klonken zachte soulklanken. Elle kijkt me met een hemelse, onschuldige blik aan. Heb je zin in stripdobbelen? Ik verslik me zo ingehouden in een slok wijn dat ik alleen heel hees en met een hoog piepstemmetje naar buiten weet te brengen: Wat? Ja, je hoort me toch wel. Je weet toch wel wat stripdobbelen is? Je bent toch niet preuts of zo... * Stripdobbelen met een dobbelsteen is heel eenvoudig met z'n tweeen. De een krijgt de even, de ander de oneven getallen toebedeeld. Dan is het de bedoeling dat je om de beurt de dobbelsteen opgooit en gooi je een cijfer uit de geluksreeks van je tegenstander dan gaat je beurt voorbij. Gooi je echter een cijfer uit je eigen ongeluksreeks dan ben je verplicht om een kledingstuk naar keuze uit te trekken en deze op minimaal 2 meter van je af te werpen. Het is niet de bedoeling dat je bijvoorbeeld een eenmaal uitgetrokken broek vervolgens losjes op je bovenbenen bewaart. Het spel is afgelopen wanneer een van de twee geen kledingstukken meer aan heeft. Volgens Elle is die dan de winnaar van het spel, en het gekke nu is -volgens Elle haar spelregels -volgens oud gebruik van de Tonquito indianen, zo zei ze later- het gekke nu is dat vervolgens de verliezer -die dus nog een of meerdere kledingstukken aan heeft- de winnaar een opdracht mag geven die de winnaar vervolgens onvoorwaardelijk moet uitvoeren. Tot zover in het kort de spelregels. Ik taxeerde Elle op minimaal 8 kledingstukken en ik had me daarnet in de gauwigheid al van maar liefst 3 cruciale spelattributen ontdaan, zodat de kans dat ik zou winnen erg groot was. Ja, ik weet wel hoe ik vals moet spelen. Ik had nog maar slechts 1 overhemd, 1 t-shirt, 1-onder en 1 bovenbroek en 2 sokken -maakt tezamen 6- aan om die te verdobbelen. Ik kon nog net dit soort eenvoudige berekeningen maken. De kansen waren dus minimaal 3 tegen 4 dat Elle zou verliezen. Ter geestelijke voorbereiding van 't spel ontklurkte ik nog heel rustig een flesje Chardonnay en ik stond erop dat ik 3 halogeenspots mocht uitdoen of tenminste dimmen. In ruil voor deze condities moest ik recht tegenover haar op de schapenvacht plaatsnemen en na een klein half uur voorbereidend en uitstellend gedrentel kon het spel beginnen. Ik had me inmiddels volledig bij de situatie neergelegd -waarschijnlijk uit overlevingsdrift- en ik begon de droom als heel normaal te beschouwen. Ik mocht beginnen en gooide een 2! Ik hoefde m'n sok nog niet uit te trekken en nu was Elle aan de beurt. Ze gooide een 6. Zes, zes, zes, zei ik teleurgesteld. Ze trok haar zwaar- en hooggehakte zwarte pump uit. Ik gooide een 4 en schonk me nog een limonadeglas wijn in. Jouw beurt, zei ik. Elle gooide weer een 6. Ik ga winnen, zei Elle gretig en met een sierlijke spagaat schoot zij haar andere schoen over de tafel, rakelings langs de wakker geschrokken poezen heen. Ik spuugde op de steen -is niet verboden- en gooide weer een 2. Shit, zei ik en nam haastig een forse slok. Elle was in een 'winning mood' en gooide nog achter elkaar een 2 en een 4, en die haar bevrijdde van haar knellende geile kniekousen. Ze had nog 4 kledingstukken aan, tenminste dat dacht ik, en ik was nog helemaal aangekleed. Maar eindelijk gooide ik dan toch een 3-tje en trok m'n rechtersok uit. De poezen kwamen er gezellig bij staan en begonnen aan m'n sok te snuffelen. Nu wordt het spannend, zei Elle, want als ik nu een even getal gooi dan ga ik, dan ga ik... Ze gooide gespannen de steen op het wollen tapijt en ze wierp weer 6 ogen. Jippie, zei Elle, Ik kies nu voor m'n blouse, nee, ik trek m'n rok uit, of nee, toch maar m'n blouse. Wat vind jij? Ik vulde nog eens rustig de glazen, om een weloverwogen keuze te maken: ik was inmiddels volledig gewend -zeg u maar gerust blase Dr. Sigmund- geraakt aan de situatie, ook al -of juist- doordat ik feitelijk allang duizelingwekkend bedwelmd was geraakt door het vooruitzicht dat ik zodadelijk een blik op God zou mogen werpen. Ik zou kiezen voor je rok, zei ik twijfelend. Ze ging staan en heupwiegend ontdeed Elle zich van haar rokje. De verzekerde waarde van haar benen schatte ik eerder op de avond op 1 miljoen dollar, per been, maar het polisbedrag moest ik nu toch danig naar boven bijstellen. Haar blouse viel nog over haar zwarte broekje heen en ik kon niets anders dan even een diepe grom laten opwellen uit een verborgen, zwaar resonerende oergrot die zich zojuist voor mij voor 't eerst in mijn binnenste had geopenbaard. Wat zeg je Foxy?, zei ze lachend. Oh nix, ik neuriede wat met de muziek mee. Waar is de dobbelsteen? Elle ging weer zitten. Op haar knieen en even boog ze diep voorover om me de dobbelsteen te geven. Ik raakte er niet meer, meer opgewonden van. Ik gooide een mager 1-tje en trok m'n andere sok uit. Het stond nu 4 tegen 3 in haar voordeel. Elle bleef maar een gelukkige hand hebben en weer gooide ze een 6. Weer een 6!, riep Elle verrukt uit. Je mag weer kiezen: M'n blouse of m'n broekje? Ze lichtte haar blouse een eindje op en ik kon niet kiezen. Ik zei, Ik weet 't echt niet Elle, ik doe wel even m'n ogen dicht. Ik sloot m'n ogen en ik deed ze na een tiental seconden weer open. Ze had haar blouse uitgedaan en ik was sprakeloos, raakte bij bewustzijn volledig ver over 'the top' en voelde me niet meer bij machte om nog maar 1 dobbelsteen te gooien: mijn botten waren totaal slap en week geworden door onverwachte chemische elementen die zich bij de aanblik van haar lingerielijf in mijn hoofd tot een explosief, spierverslappend mengsel hadden weten te binden. Elle stak een sigaret op en keek me triomfantelijk aan. Nog twee worpen en dan heb ik gewonnen. Heb je al nagedacht wat voor opdracht je me gaat geven? Hoe kan een mens onder dit soort omstandigheden in godsnaam ook maar een seconde vooruit kijken. Ik kon het echt niet meer aan. Zullen we nog wel doorgaan?, zei ik radeloos. Ik bedoel, dan heb jij gewonnen, ja? Ja, kom nou lieve Foxy, zo zijn we niet getrouwd. Als ik win, dan win ik ook op eigen kracht, of op de kracht van de Quaramaqueza!: Quapa kie tjiepa maka tjiepa qualima!, orakelde ze. Ik snapte er niets van: waar was ik, wie was zij, wie was ik zelf? Ik gooide de dobbelsteen en gooide een 1. Ok, zei ik, nu mag jij kiezen. M'n broek of m'n overhemd. Je overhemd, en geef maar snel hier die dobbelsteen. Castor en Pollux zaten nu aan de blouse van Elle te sniffen en beide namen ze een geurende okselstreek voor hun rekening. Ze begonnen ook een beetje raar te worden. Nog 2 goeie gooien en dan heb ik gewonnen. Hier die steen, commandeert Elle. Ik gooi de steen naar haar toe: Elle grijpt mis, ze valt opzij en met haar elleboog valt ze tegen de fles Chardonnay aan. Ik probeer de fles te grijpen, pak 'm onhandig beet, en Elle trekt mij en de fles mee in haar val en met haar rug belandt ze precies op Castor en Pollux. De poezen schieten krijsend onder haar vandaan en de wijn gutst over haar bovenlichaam en stroomt zo naar beneden. Hellup!, roep ik en ik rol halsoverkop rakelings langs Elle, en kom pas voor de bank weer tot stilstand. Daar ligt Elle en daar lag ik. Ik kwam langzaam overeind en boog me over haar heen. Ze had haar ogen vredig gesloten. Ze lachte met haar mond. Ik heb gewonnen, zei ze, jij hebt verloren, en nu ga je me precies vertellen wat ik moet doen. * En die nacht heb ik inderdaad God gezien en ik weet nu zeker dat God een vrouw is. * Zondagochtend 8 uur; vaag, dromerig, slaperig, katerig, wakkerig. Ik draai me op m'n zij en daar ligt Elle. Ik schurk tegen haar aan en ruik de Chardonnay tussen haar borsten. 'Wat nu, wat straks, hoe verder? Hoe loopt dit af, wat is er gebeurd?' Ik kan nu niet nadenken. Elle woelt zich een beetje onder het dekbed vandaan en ik kijk even vluchtig naar haar buik. Die nacht had ik al opgemerkt dat er een pleister op haar navel zat, maar ik zie nu dat de pleister aan een kant heeft losgelaten en opengeklapt op haar vel rust. Maar ik zie geen navel. De huid van haar buik is egaal glad. 'Wonderlijk', denk ik en ik peuter even voorzichtig aan de pleister om te zien of onder het resterende stukje pleister misschien wel haar navel zit. Maar daar zit nix onder. Elle heeft geen navel. Maar ik kan beslist niet nadenken. 'Hoe kan iemand nu geen navel hebben? Cosmetisch weg laten halen? Ze heeft toch ook niet haar borsten laten vergroten, of kan je dat ook niet zien?' Ik zal het haar vragen als we weer wakker en een beetje in de wereld zijn. Ik zet de wekker op 10 uur om zo bijtijds een nader plan te bedenken over wat we -ik- nu verder kunnen doen, of niet kunnen doen. Ik kijk nog hoe mooi en bezonken Elle ligt te slapen en dek haar nog even goed toe. Ik val weer direct diep, diep in slaap. Laten we naar de dierentuin gaan, stel ik voor. Het was kwart over 11. Ik heb nix in huis om lekker mee te ontbijten, maar ik tracteer op een lekkere lunch op het Flamingoterras, 't is vlakbij. Kappoetjienootje met een lekker broodje erbij. En dan gaan we daarna 'aapies kijken'. Ben je er wel eens geweest? Elle knikte, terwijl ze in de kamer haar blouse aantrekt. Apies kijken?, ze keek me wat geergerd aan, Wat een puinhoop is het hier. We moeten inderdaad maar snel naar buiten. Ik ben kotsmisselijk, dus begin maar niet over eten. Je hebt toch niet zoveel gedronken, of heb je snel last van een kater? Neehee...Laat maar zitten, 't zal wel over gaan. Heb je een sigaret voor me? Ja tuurlijk, maar daar word je misschien nog misselijker van. Zeur niet Fox, geef me een peuk en een vuurtje en dan gaan we zo weg. Ze was bozig en geirriteerd en ik wist niet waarom. Ik gaf haar een sigaret en zocht tussen de schots en scheef staande tafels, stoelen en kussens naar een aansteker. Elle stond voor de spiegel en kamde haar nog natte haren. We hadden fris gedoucht. Apart, want Elle haar ochtendhumeur was toch geheel anders dan haar nachtelijk temperament. Maar ook zij had natuurlijk kort geslapen. Ik gaf haar een sigaret en vuur. Ze keek bedrukt en met een licht verbeten krimp op haar gezicht nam ze met haar ene hand een diepe haal van de sigaret en met haar andere hand wreef ze even over haar buik. 'Zou 't iets met haar navel te maken hebben?' Het leek me beter om maar even niets te zeggen of te vragen. We keken samen in de spiegel en ik glimlachte naar haar spiegelbeeld en trok, om haar op te vrolijken, m'n gezicht in een verbaasde, kwasi onschuldige uitdrukking. Ze zuchtte kortaf, sloot haar geloken ogen en legde toen wat deemoedig en schuldbewust haar hoofd tegen mijn schouder. O, sorry Fox, zei ze verontschuldigend. Maar ik snapte er eigenlijk nix van. Of heb ik totaal geen verstand van vrouwen, want dat kan natuurlijk altijd. Ze pakte m'n hand en trok me mee de gang in. Ze trok haar sjieke karmijnrood geverfde cameljas aan en ik mijn sjebbie legergroene windjack. Verder nix vergeten? vroeg ik. Moet je misschien nog iemand bellen, je moeder ofzo? Ze schudde van nee en zei, ik heb geen moeder. Ze pakte haar zwarte koffertje onder de kapstok vandaan. Die moet ik vooral niet vergeten. Ze klopte er even op en 't was voor 't eerst die morgen dat ze even lachte. Apies kijken, zei ze, ja, laten we nog maar even apies gaan kijken. De lentezon scheen helder onder een strak blauwe hemel over het Flamingoterras, maar het was er behoorlijk fris, zodat er niet veel bezoekers buiten zaten. Elle en ik zaten vlak aan het water. Elle had nergens trek in en wilde alleen een glas water. Ik had enorme honger en nam ongegeneerd drie broodjes kaas, een sausijzebroodje en een dubbele espresso. En daar knapt een vos van op. In de vijver voor ons spoot een fontein een sierlijke straal over een klein eilandje waarop een tiental flamingo's op een been stonden te nixen. Het rustgevende geluid van de kletterende fontein werd plots overstemd door een vette, harde lach van een vrouw van rond de dertig die in haar eentje aan een belendend tafeltje zat. Ze zat in een rolstoel en ik kon zien dat ze haar beide onderbenen miste. Ze zat het Parool te lezen en ik zag dat ze moest lachen om de dagelijkse tekening van Peter van Straaten. Zijn tekeningen gaan of over bloedmooie vrouwen, of over schrijnende gevallen zoals die dikke invalide vrouw naast ons. Ze zat een onwaarschijnlijk groot uitgevallen appelpunt met slagroom in een onwaarschijnlijke snelheid met haar vork naar binnen te prikken. Een toefje slagroom zat op haar neus en ze bleef maar lachen, hinneken is een beter woord. God wat was die vrouw lelijk... Nou, zei ik zachtjes tegen Elle, haar moeder zal wel niet de Quaramaqueza vogel hebben gezien. Elle kon er absoluut niet om lachen. En jouw moeder, heeft die 'm dan wel gezien? Grapje hoor, sorry, neem me niet kwalijk, maar eigenlijk... Maar, maar, maar... eigenlijk wat? Zou je met haar durven stripdobbelen? Zou jij van zo iemand kunnen houden? Ben jij zo'n.... Ja luister Elle, 't was maar een grapje hoor. En natuurlijk wil ik niet met haar stripdobbelen. Dat wint ze altijd, ze heeft geen schoenen en sokken aan... Elle stond op en liep van het tafeltje weg. Ik word misselijk, zei ze. Ik nam snel een laatste slok van m'n espresso en beende achter haar aan. Ik vervloekte de vrouw in de rolstoel. 'Waarom gaat dat mens ook precies hier voor m'n neus zitten?' Overmoedig, blase en arrogant geworden door de nog steeds onverklaarbare verovering van Elle -of beter gezegd van Elle op mij- kon ik de aanblik van zoveel lichamelijke treurnis en lelijkheid blijkbaar niet meer verdragen, tenminste op dat moment niet. 'Stom kutwijf', dacht ik. Elle haar geprikkeldheid verdween toen we langs de gallerij van de katachtigen, van de panters, tijgers en leeuwen liepen. Maar niet alleen haar gemoedstoestand leek te veranderen, ook het gedrag van de wilde dieren was opeens anders. Wanneer Elle voor een hek ging staan, dan kwamen de panters of poema's snel overeind, liepen naar de tralies toe en begonnen luidruchtig naar haar te flemen. Dat gebeurde niet een keer, dat gebeurde alle keren. En toen we voor het hok van de tijgers stonden, die zwaar naar haar begonnen te grommen, zei ik er toch wat van. Die beesten zijn wel erg gek op jou. Gebeurt je dat wel vaker? Ze glimlachte naar me en stak haar hand door de tralie van het tijgerhok. Ik schrok me wezenloos. Pas op! Je bent niet goed wijs! Ik probeerde haar arm weg te trekken, maar ze weerde me krachtig af. De tijgers hielden op met grommen en allebei likten ze met hun grote, zware tong in haar opengevouwen hand. Laat maar, zei Elle, zie je, ze doen niks. En jij snapt ook niks. Je snapt niks van vrouwen, niks van dieren en niks van misselijkheid. Snap je? Ik snapte er nix van. Ik was moe, doodmoe. Geen navel, geen benen, geen moeder, geen achtergrond, geen internet, maar wel vreemde verhalen over de Quaramaqueza en wat te denken van dat absurde 'tigerlikkingtafereel'. Wie is Elle eigenlijk? We lagen in een rustig perkje in de Chinese tuin tegen een boom geleund en zwegen. 'En wat gaat er nu gebeuren? En hoe is de situatie nu precies, of globaal desnoods? Gaat ze zometeen weg en zie ik haar nooit meer, of gaat ze weer mee naar huis?' Ik had geen idee en ik moest haar nu toch maar eens een en ander vragen. Elle... zei ik. Stil maar, je moet nu niks vragen. We moeten even lekker gaan liggen en wat slapen en als je dan straks wakker wordt, dan kijk je weer heel anders tegen de dingen aan. Kom maar tegen me aanliggen en dan zal ik je zo in slaap neurien. Ik gaf het maar op en het was misschien inderdaad beter om nog eens even uit te rusten na zo'n krankzinnige avond en nacht. Ik wilde slapen ja, slapen in de armen van Elle. Ik legde mijn hoofd op haar buik en sloot mijn ogen. Met haar tengere vingers streek ze tussen mijn wenkbrauwen en zachtjes begon ze te neurien. Haar geneurie had een eigenaardige kadans; exotisch, vervreemdend, hypnotiserend, en voordat ik het wist was ik in slaap. Ik moet een uur hebben geslapen, maar toen ik wakker werd was ik nog moeier dan toen ik in slaap was gevallen. Maar dat gevoel was snel weg, want toen ik overeind kwam begreep ik direct dat Elle er niet meer was en dat ze weg was gegaan. Maar toch stond daar nog haar zwarte koffertje, zodat ze misschien even ergens naar toe was gelopen. Maar op het koffertje was een briefje geplakt met de pleister van haar niet bestaande navel. Ik pakte het briefje eraf en ging weer tegen de boom zitten. M'n hart bonkte in m'n keel, waarom precies weet ik niet. Ik las het briefje en voelde hoe al mijn spieren zich om, in en achter mijn ogen spanden: Lieve Foxje, Ik ben gevlogen, Liefs Elle Meer niet. Dat was alles. Ik las het briefje over en over. Ik ben gevlogen. Waar naartoe, waarom? Ineens trippelde er een merkwaardige vogel achter de boom vandaan. Die was blijkbaar uit de fazanterie ontsnapt. Het was een mooie witte vogel, een soort grote sierlijke duif. De vogel hipte langs me heen en keek me met zijn groene ogen aan. Ik was niet verbaasd of bang, maar ik voelde me eerder weer rustig en tevreden worden. In de vooruitgestoken borst van de vogel zat een klein rood veertje. De vogel pikte met zijn snavel naar het veertje toe en na een paar pogingen had de vogel het veertje in zijn snavel. Hij hipte naar m'n buik toe en de vogel liet het veertje op m'n jas vallen. 'Wonderlijk', dacht ik. Ik pakte het veertje op en keek er aandachtig naar. Ik rook er even aan. De vogel fladderde op, cirkelde nog paar maal boven de boom en verdween uit het zicht. Pas toen het donker werd kwam ik weer thuis, alleen, en de hele tijd had ik het veertje zorgvuldig in mijn rechterhand vastgehouden. Nergens anders wilde ik het even bewaren. Het was thuis nog steeds een puinhoop. Ik ontklurkte de laatste fles Chardonnay en ging achter m'n pc zitten. Ik ging on-line en keek in m'n brievenbusje. Wat anders kon ik doen, en wellicht vond ik daar nog een oplossing. Drie meeltjes sinds gistermiddag. Een meeltje van een Christian Movement die bij voorkeur op zondag spammen, een meeltje van Muis en... een meeltje van Elle. Huh? Wanneer? Zaterdagavond 19 april 1997, 23:59: re:invitatie. Hoe kan dat nou? Nou ja, hoe kan dat nou. Alles kan. Ik trok het bericht open. ------------------------------------------------------------------ To: fox@provider.nl From: elle@provider.nl Date: 19/04/97 23:59 Re: invitatie ------------------------------------------------------------------ Ha die Fox, Je zal wel boos op me zijn dat ik vanavond toch maar niet ben langsgekomen. Ik durfde het uiteindelijk toch niet aan, en ik heb toch best wel een paar nare ervaringen gehad met dit soort afspreken met onbekende mannen. Dat begrijp je vast wel. Ik heb er dan eigenlijk ook niks op tegen om met je af te spreken, maar dan niet bij jou of bij mij thuis. Gewoon ergens in het openbaar vind ik prima. Zal ik dan een voorstel doen? Morgenochtend ben ik toch al van plan om naar de dierentuin te gaan en misschien heb je zin om dan met mij daar een kopje kloffie te drinken op het Flamengoterras. Het is daar erg gezellig en ze hebben er hele lekker appelgebak! Je mag er altijd zelf een punt uitkiezen, zodat ik altijd de grootste neem! ;-) Dat was een grapje hoor! Nogmaals sorry dat ik je heb laten zitten vanavond, en ik heb er ook wel begrip voor wanneer je morgenochtend _mij_ in Artis laat zitten. Anders een andere keer. Je kan me herkennen op het terras aan Het Parool die ik mee zal nemen en op tafel zal leggen. Ik ben zit er om precies half 12. Mochten er nog andere zijn die toevallig ook een Parool bij zich hebben, je weet maar nooit, dan weet je dat ik de krant opensla op pagina 2, daar waar Peter van Straaten altijd zijn tekening heeft staan. Ken je die tekeningen? Ik moet er altijd erg om lachen. Jij ook? Groeten, Ellie * Nu we toch iets closer met elkaar zijn kan ik je best vertellen dat ik eigenlijk helemaal geen Elle heet, maar gewoon Ellie. Dat die i eerst ontbrak was een toevallig foutje van me toen ik mijn naam moest opgeven bij mijn provider. Vandaar. En Elle vind ik maar een lelijke naam. Wat vindt jij? ------------------------------------------------------------------ Ik zette de pc uit en liep in een vertraagde gang naar m'n slaapkamer. Ik was zo ontzettend moe, zo hondsmoe in m'n lichaam. Zo dodelijk vermoeid in m'n hoofd. Ik kleedde me uit en deed de gordijnen dicht. In de verte zag ik nog net het zwakke schijnsel van Hale-Bopp boven de huizen staan. 'Daar was ik vannacht', dacht ik, 'toen zat ik bovenop Hale-Bopp, en als een krijgshaftige jonge god trok ik de teugels strak van deze duizelingwekkende komeet. En met een suizende snelheid schoot ik door het zonnestelsel, onkwestbaar voor kou en hitte, voor steen en gruis, voor ijs en vuur. Ik heb Hale-Bopp bedwongen zoals God de werkelijkheid. En die nacht werd ik plotseling met een luide schreeuw wakker. Ik was het koffertje vergeten. Het zwarte koffertje! Daarin zou te vinden zijn wat er gebeurt wanneer een man de Quaramaqueza zou zien. Dat was toch een grapje, of niet? En nee, daarom schrok ik niet wakker. Want ook zonder het zwarte koffertje wist ik nu opeens wat er gebeurd was. En door een kier van de gordijnen zag ik de eerste volle maan langs de hemel omhoog klimmen. Het koffertje is nooit meer gevonden. **** FoXoF April 1997 __________________________________________________________________ Come on baby, light my fire * You know that it would be untrue You know that I would be a liar If I was to say to you Girl, we couldn't get much higher Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire The time to hesitate is through No time to wallow in the mire Try now we can only lose And our love become a funeral pyre Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire, yeah You know that it would be untrue You know that I would be a liar If I was to say to you Girl, we couldn't get much higher Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire Try to set the night on fire Try to set the night on fire Try to set the night on fire Come on baby, light my fire Come on baby, light my fire Try to set the night on fire Try to set the night on fire Try to set the night on fire Try to set the night on fire light my fire - light my fire