FOUT FOUT FOUT!, snuifde de lerares, en ze sloeg met de lineaal het biologieboek in tweeen: Pedofielen zijn geen kinderlokkers! Pedofielen houden juist van kinderen. Daarom zullen ze kinderen nooit wat aandoen! Daarom zullen ze JUIST kinderen niks aan doen. X, stak zijn vingertje in de lucht en zij zei: Juf..., niks aan doen?, of niks aandoen? De klas lachtte HOU JE MOND X!, schreeuwde de juf door het lokaal. Ja, maar... NIKS JAMAAR, DERUIT! En X droop de klas uit. EN HEEFT ER NOG IEMAND ANDERS WAT TE ZEGGEN! Ja..., klonk het heel zachtjes van achter uit de klas. DAN KAN JIJ OOK GAAN! Maar ik moet plassen... DAN BLIJF JE VOOR STRAF ZITTEN EN HOU JE "T MAAR OP! Toen kwam de schooldokter de klas binnen met aan zijn ene arm, een bevallige doktersassistente. Ze was gestretcht in een strak, wit verpleegsterspakje. Aan zijn andere arm droeg de dokter een grote alluminium schouderkoffer. Goedemorgen mevrouw, goedemorgen kinderen, zei de dokter. Ah, bedaarde de lerares. We krijgen vandaag de inenting tegen de mazelen. Wie heeft er een briefje van zijn ouders bij zich, die zich niet hoeft te laten inenten? Alleen kleine Rudolf kwam naar voren. Rudolf was de zoon van de lerares, ooit verwekt door een Duitse zoetwatermatroos, op een bootreisje over de Rijn. Goedzo. En de lerares wenkte de dokter dat ie kon beginnen. En terwijl de dokter ieder kind een klein prikje in de bovenarm gaf, begon de lerares tegen de bijna lege klas te praten. Alleen de kleine Rudolf zat vooraan te luisteren. Alle kinderen stonden achter elkaar, voor het bord, hun beurt af te wachten, en moesten na de injectie de klas uit, de gang op, waar de doktersassistente de kinderen opving en hun namen noteerden. Wat heeft de mens te vrezen, wanneer zij niets te vrezen heeft? De lerares keek een lege stoel indringend aan. Wie is er onkwetsbaar voor het leven en wie voor de dood? Is de mens niet een organisch geheel met zijn schepping? En zijn ziektes er niet voor, om ze zelf te genezen? Waarom zouden wij onze kinderen laten inspuiten met allerlei anti-dit en anti-dat-stoffen? Waarom moet een kind die kunstmatige weerstand hebben om mazelen niet vanuit zichzelf te bestrijden, zodat de mens nog sterker uit de strijd tevoorschijn zal komen? Moet een kind niet JUIST een ziekte, zoals de mazelen hebben, om alle andere, onbekende ziektes te overwinnen? Zijn immuuninjecties juist geen bedreiging voor het verliezen van het auto-immuum-systeem zelf? Dat zijn ze inderdaad, jongens en meisjes. En daarom krijgt Rudolf geen prikje in zijn arm. Rudolf zat sip naar buiten te te kijken. De dokter gaf het laatste kind een prikje en pakte zijn koffer weer in. Hij wenkte Rudolf om ook de klas uit te gaan, en de dokter en de lerares bleven alleen achter. Weet u dat nog steeds 1 op de 1000 kinderen met mazelen dood zal gaan, wanneer het niet is ingeent? Maar statistieken zeiden de vrouw niets. Ik durf dat risico aan, zei ze. Rudolf was de klas uitgelopen, en alle kinderen stonden heel stil op de gang. Ze fluisterden en hielden hun vingers op hun mond. Sttt...., sistte het door de gang. De verpleegster trok Rudolf snel bij de deur weg en verdween met het jongetje op het toilet. Ze bleven nog geen minuut weg. De kinderen op de gang hielden hun adem in. De jonge verpleegster opende weer de deur van het toilet en daar stond Rudolf met een rood hoofd. Zijn haar was door de war en hij stopte zijn overhemd in zijn broek. De kinderen begonnen zachtjes te juichen, maar de zuster maande dat ze stil moesten zijn. De kinderen gingen snel in twee rijtjes staan, met Rudolf voorop. De dokter en de lerares kwamen de klas uit. De dokter en de verpleegster, Nadine heette ze, namen afscheid van de lerares en de kinderen. Rudolf keek heel even schielijk op naar de verpleegster die hem nog even een knipoog toewierp. De juffrouw klapte in haar handen, en de rijen kinderen liepen fluitend in koor de gang door. Rudolf hier blijven! commandeerde de juf. De klas ging vanzelf de trap af, de schooldeur door naar buiten, en Rudolf en zijn moeder bleven alleen op de gang achter. Ze wreef zijn haar in model en tilde even met haar hand de mouwtjes op van zijn overhemd en inspecteerde zijn bovenarmen. Goed, ga ook maar buitenspelen. **** FoXoF 5 december 1996, nl.eeuwig.septemberRUDOLF
DirkJan Vos - d.vos35@chello.nl
___________